De laatste dagen in Ghana
Door: Sjaak
Blijf op de hoogte en volg Sjaak
10 Augustus 2011 | Nederland, Papendrecht
Daarom dit verslag over de laatste dagen weer geschreven vanuit het koude kikkerland.
Bij het afscheid op zaterdag vloeiden de traantjes rijkelijk; zelfs bij de Ghanese studenten, die dat normaal gesproken niet zo snel toestaan. Het bleek toch wel een heel bijzondere band te zijn, die we de afgelopen weken met elkaar hadden opgebouwd.
De bus was volgens oud Ghanees gebruik niet op tijd, zodat het geplande vertrek pas een uur nadien om 8 uur een feit was. In het eerste uur (waarin we om de meest uiteenlopende redenen al 7 keer waren gestopt) was de weg nog vrij goed, maar in de daarop volgende 3 uur tot het safaripark in Mole was de bus door de “wasbordweg” omgeturnd naar een soort van rijdende trilplaat, waar je als gezond mens zelfs wandelende nieren van krijgt. Volgens René moest je voor deze behandeling in een afslankinstituut kapitalen betalen, dus moesten we niet klagen. Maar gelukkig bereikten we net na het middaguur onze bestemming in het met Nederlandse hulp gerealiseerde park. Dat laatste verhinderde niet, dat ook wij een toegangsprijs moesten betalen. De kamers waren nog niet allemaal schoongemaakt, maar gelukkig was er een restaurant, want de maagjes rammelden inmiddels. Maar helaas: het echte junkfood was uitverkocht, zodat een groot deel van de groep zich toch weer tot de kip bekeerde. Hoewel het uitzicht vanaf het terras werkelijk schitterend was, werd ons geduld danig op de proef gesteld, want het eten (of liever gezegd het klaarmaken daarvan) duurde alles bij elkaar zo’n 2,5 uur, waardoor de rest van het programma (zwemmen en even ontspannen) danig in de knel kwam. Het slot van het liedje was, dat we zelfs nog moesten haasten om met zijn allen op tijd te komen voor de geplande safari van halfvier.
Enkele dapperen onder ons kozen voor de wandelsafari, maar het gros van ons raakte toch een beetje aan het eind van zijn/haar Latijn, zodat het vol werd in het busje en de jeep voor de jeepsafari. Maar daar hebben we dan ook echt waar voor ons geld gekregen. We zagen veel dieren onderweg, maar waar hoopvol naar uitgekeken werd(de olifanten) lieten zich niet zien. We zijn zelfs een keer uitgestapt en hebben en-passant nog een stukje wandelsafari gedaan, maar ook die onverwachte buitenkans leidde niet tot de verwachte ontmoeten met de grijze kolossen. Net toen we uitgebreid een bavianenkolonie in beeld gingen brengen, kwam iemand ons vertellen, dat de beestjes toch gespot waren, zodat we in vliegende galop vertrokken naar het meeting-point. En ja hoor, daar waren ze dan eindelijk. We konden ze tot op 15 meter naderen en hebben prachtige beelden kunnen schieten. Door al die verwikkelingen duurde safari maar liefst een uur langer, waardoor we ruim na zonsondergang pas terugkeerden bij het vertrekpunt. Maar dat alles deerde ons niet en zeker niet de uitverkorenen, die de hele trip op dak van de jeep hadden gezeten, want die heb ik gedurende de hele reis verschillende keren de wave zien doen. Stoffig waren ze overigens wel na afloop.
’s-Avonds hebben we nog een keer uitgebreid gedineerd (nou ja, veel gewacht weer), waarna we moe maar toch voldaan onze bedjes opzochten. Behalve Bart en Bram dan, want die moesten eerst de belegering van hun kamer door enkele Hakuna Matata’s doorbreken, wat met hulp van een autochtone medewerker ook is gelukt.
Zondag werd er vroeg ontbeten, want we hadden een lange reis voor de boeg naar Cape Coast. De eerste 2 uur weer doorgebracht op een zeer slechte weg, maar daarna leek de rest van de reis voorspoedig te verlopen over een mooie weg, waarop de chauffeur al weer snel de grenzen van de busmotor opzocht (slik). Maar ongeveer een uur voor we ons (al bestelde) eten in Kumasi bereikten werden we opgeschrikt door een grote knal, waarna de bus gevaarlijk begon te slingeren. Een klapband aan het rechter voorwiel! Gelukkig hield de chauffeur het hoofd koel en het lukt hem om de snelheid veilig van ongeveer 100 naar 0 terug te brengen zonder dat we in de berm terechtkwamen. En daar stonden we dan. Langs een weg waar ook het vrachtverkeer met gemak met ruim 100 km/uur langs kwam denderen met een bus vol mensen. Gelukkig was er 50 meter verderop een ruime open plek in het maïsveld, zodat even later iedereen in de ganzenpas langs de wegkant een veilig heenkomen kon zoeken. En toen begon het lange wachten. Een wegenwacht kennen ze niet, dus de chauffeur en de bijrijder gingen zelf het wiel verwisselen. Omdat ze ook twijfels hadden over de remmen, keken ze die ook gelijk maar even na, zodat we pas na zo’n 2,5 uur de reis weer konden vervolgen. Tenminste, dat dachten we. Want al direct bij het wegrijden hobbelde de bus als op de wasbordweg van de dag ervoor en bij het bereiken van een snelheid van 70 km trilde het stuur zo erg, dat het leek of hij een soort van slalom aan het oefenen was. Na zo een tijdje met 60 km per uur voortgesukkeld te hebben, kreeg de chauffeur er genoeg van en drukte hij door tot weer die 100 km. Ogenschijnlijk leek dat beter te gaan, maar dat kwam natuurlijk doordat een deel van de uitslag gecompenseerd werd door de hogere snelheid, want het gevoel was er nog steeds en het gevoel van onveiligheid werd alleen maar groter. Maar de chauffeur had geen oren naar onze verzoeken om langzamer te rijden, zodat René en ik (en waarschijnlijk velen met ons) de rest van de weg naar Kumasi heel wat schietgebedjes hebben gedaan. Op dat moment was het voor ons al duidelijk, dat we in Kumasi zouden uitstappen en er niet meer in. Dat betekende echter wel dat er een andere bus (met een andere chauffeur) moest komen natuurlijk. Onze begeleider Barnabas begon met bellen met allerlei mensen, maar leek er niet echt doorheen te komen, zodat we zelf in overleg gingen met Joke en Abukari, die op hun vrije zondag uiteindelijk voor elkaar kregen, dat er een andere bus zou komen voor de rest van de trip. Maar toen we heelhuids om ruim na vieren uitstapten in Kumasi om daar onze uitgestelde maaltijd te gaan nuttigen, begon de busverhuurder weer over repareren en proberen. Voor mij was de maat toen echt helemaal vol en ik heb hem gelijk luid en duidelijk te kennen gegeven, dat er bij ons geen sprake was doorreizen met deze bus omdat we de veiligheid van onze jongeren niet op het spel wilden zetten. Hoewel hij op dat moment gelijk inbond, hebben we toch nog de nodige telefoontjes moeten plegen om onze zin te krijgen en alle voorgestelde varianten op de reparatie-ideeën te pareren. Ik kan niet inschatten hoe hoog de telefoonkosten geworden zijn, maar ik ben bang dat ik van alle collega’s dit jaar koploper zal zijn en nog wel een naheffing zal krijgen. Maar dat heb ik er graag voor over.
Om een lang verhaal kort te maken: ’s-avonds om 7 uur vertrokken we in een prachtige (veel grotere) en comfortabele bus met een nieuwe relaxte chauffeur (die we duidelijk hadden geïnstrueerd) voor het laatste deel van onze reis naar Hans Cottage Botel in Cape Coast voor onze laatste overnachting in Ghana, waar we om ongeveer half 12 aankwamen. Ook hier weer een soort van jaren-’50 hotel met heel klamme lakens, maar dat was niet belangrijk. We konden onze vermoeide lichamen neerleggen en hoefden de volgende morgen pas om halfacht aan de ontbijttafel te verschijnen.
Die laatste dag konden we heerlijk ontbijten in de open lucht aan een meertje, waar de krokodillen vrij rondzwommen en waar verschillenden van ons nog even konden stoeien met deze hapgrage dieren. Gelukkig kon iedereen zijn ledematen bij elkaar houden en vertrokken we om halftien naar ons laatste doel van de reis: het slavenfort in El Mina. Eerst nog even ingecheckt voor de terugvlucht in het internetcafé van het hotel, want we wilden ervan verzekerd zijn, dat we een plekje in het vliegtuig hadden die avond.
Bij het naderen van het fort en de aanliggende haven leek het er even op dat er feest was; zo druk was het langs de oevers. Het bleek dat dit altijd zo was bij het inhalen van de vissers die terugkwam n van de vangst met verse vis en andere zeevruchten. Gezien de chaos en de drukte hebben we ter plekke ons geplande markt- en shopbezoek maar herzien, want ons oorspronkelijke plan om iedereen op de markt of in de aanwezige winkels die middag iets te eten te laten kopen bleek hier niet te verwezenlijken. Het was “iets” minder toeristisch dan we verwacht hadden: eigenlijk hadden we beter moeten weten, maar ja ook na ruim twee weken Ghana blijf je westerling. Het bezoek aan het slavenfort was heel indrukwekkend. De omstandigheden waarin de slaven werden ondergebracht waren ten hemel schreiend, hoewel achtereenvolgens de Portugezen en de Nederlanders zich er op voorstonden gelovig te zijn. Het is werkelijk onbegrijpelijk hoe mensen dit, zo ongeveer met de bijbel in de hand, hun medemensen kunnen/konden aandoen.
Omdat we die middag toch de inwendige mens nog een keer moesten versterken besloten we het enige restaurant dat er vertrouwenwekkend uitzag aan te doen, zodat we rond het middaguur aan een frisdrankje zaten. Fluks besteld en de ober tot enige spoed gemaand met het uitserveren van de bestellingen, die varieerden van een eenvoudig bordje patat tot een maaltijd met garnalen. Helaas was spoed ook hier weer het enige woord, dat ze niet kenden. Wel was er al direct activiteit te horen in de keuken en arriveerden na een kwartier de eerste hulptroepen, maar het duurde ruim een voordat het eerste bordje werd neergezet. Zo bleven de maaltijden doordruppelen, totdat bijna 3 uur na binnenkomst de laatste en meest eenvoudige bestelling in de vorm van een simpel bordje patat voor de overgebleven klant werd geplaatst. Inderdaad overgebleven, want in deze omstandigheden konden we natuurlijk niet op elkaar wachten met het nuttigen van de maaltijd. In de loop van de tijd waren de groepjes met gelukkigen die het eerst hun eten kregen al onder begeleiding naar de markt vertrokken om daar de geneugten van het shoppen te kunnen ondergaan. Om de wisselende ervaringen daarmee hier ook nog te beschrijven gaat wat ver, want dan zou dit stukje nog twee keer zo lang worden.
Omdat we de vertrektijd wat hadden opgerekt, vertrokken we klokslag 3 uur naar Accra om ons daar te melden voor de terugvlucht. Tot Accra verliep dat vlotjes, tot we plotseling bij wegwerkzaamheden in een onontwarbare verkeersknoop terechtkwamen, waar we de eerste paar uur niet meer uitkwamen. Uit een uitgebreide analyse (waar we op dat moment alle tijd voor hadden) zijn we tot de conclusie gekomen, dat de hoofdreden hiervan lag bij de verschillende agenten die het verkeer stonden te (ont)regelen. Zo in de trant van: ik stond erbij en ik keek ernaar. We hebben verschillende keren langere tijd vastgestaan, waarbij de rustige chauffeur lange tijd zijn ware aard verborgen kon houden, maar op het laatst toch een stukje van zijn Ghanese temperament heeft laten zien. Net op het moment dat een aantal onder ons al visioenen hadden van een gemist vliegtuig en een nieuwe overnachting ergens in donker Accra vond hij een gaatje en blies met flukse snelheid en een vrijwel voortdurend geluid uitbrakende claxon al het verkeer op de (voor ons) verkeerde weghelft opzij. Een uur en drie kwartier voordat ons vliegtuig zou opstijgen, stopten we voor de vertrekhal. Nou lijkt dat misschien lang genoeg, maar het was hier Accra en geen Schiphol. Hoewel de rij voor de bagagebalie niet zo lang meer was, bleek het personeel al behoorlijk nerveus geworden te zijn door het uitblijven van zo’n grote groep passagiers. We werden daarom tot nog meer spoed gemaand en we moesten ons zo snel mogelijk vervoegen bij de paspoortcontrole want de rijen daar waren volgens hun zeggen omvangrijk. Dat klopte ook wel. Om enig idee van de tijd te geven: net op het moment dat de eersten van ons achteraan de rij verschenen, kwamen ook alle stewardessen van de KLM al langs onderweg naar hun vliegtuig. Voor ons weer een voordeeltje, want dat gaf ons de kans om het eerste stukje in hun kielzog mee te liften tot we achter aan de echte rij konden aansluiten. De controle ging ook hier weer met de ons inmiddels bekende Ghanese (Afrikaanse) efficiëntie totdat een medewerker van de KLM begon te checken wie er allemaal nog met de KL590 mee moesten. Toen kregen we ineens een voorkeursbehandeling en werden we met “spoed” afgehandeld. Echter: toen René en ik als laatste door de bodyscan waren was het al halftien geweest, waardoor er van eten (alweer) geen sprake was om al helemaal niet te spreken van shoppen in de enige taxfree shop van het vliegveld. Wel zagen we nog wel net Yvette om de hoek verdwijnen met een condensstreep achter zich, want ze wilde toch wel heel graag het vliegtuig halen. Maar zoals bij alle nadelen had ook dit zo zijn voordeel: we hoefden niet lang in het vliegtuig te wachten tot het opsteeg.
En zo eindigde ons avontuur in Ghana met een paar toch wel spannende dagen, waar ook dit keer geen onvertogen woord gehoord werd. Een mooie reis, waarin we veel zaken hebben mogen doen, waarbij we veel fijne contacten hebben gekregen, waarin we veel mooie gesprekken hebben gevoerd en we allemaal waarschijnlijk de rest van ons leven met plezier aan terug zullen denken. En de verhalen: die zullen steeds sterker worden.
-
10 Augustus 2011 - 16:14
Supporters Van Bram:
Helaas.... Het einde van een spannend avontuur. We hebben allemaal genoten van jullie belevenissen. De laatste dagen hebben jullie nog het laatste beetje energie op gemaakt.
Onze speciale dank gaat uit naar jou Sjaak, het is bewonderenswaardig hoe jij je hebt ingezet voor een fantastische reis en, nog belangrijker, voor een behouden thuiskomst. We kunnen ons voorstellen dat je wel eens schietgebedjes naar boven hebt gestuurd. Maar natuurlijk bedanken we ook Mirjam, Yvette en René voor de goede zorgen die jullie aan de onzen hebben gegeven.
Zowel Ghanagangers als thuisblijvers zijn een geweldige ervaring rijker. Duidelijk is dat God zijn zegen op dit project heeft gegeven!
We hopen dat we binnenkort de foto's en verhalen van alle deelnemers nog een keer kunnen zien en horen.
Groeten van Cora, Hans, David, Marieke, Bram en Daniël
-
10 Augustus 2011 - 18:38
Christel:
Beste Ghanagangers! Welkom terug in dit kikkerlandje. Het was heel leuk om jullie verhalen te lezen. Hopelijk hebben jullie de tijd om weer een beetje bij te komen, voordat er weer gewerkt gaat worden. -
11 Augustus 2011 - 12:16
Peter En Ineke:
Sjaak, Mirjam, Yvette en René,
Ik denk dat ik namens alle ouders mag spreken(Toch??) :
THANKS FOR CARING!!!!! -
11 Augustus 2011 - 13:37
Wilma En Kees:
Sjaak, van harte bedankt voor al je verslagen. -
12 Augustus 2011 - 10:27
Piets Bakker-Swets:
Zelfs vanaf de camping in Woudenberg
heerlijk mee genoten.
Wat zullen jullie moe maar voldaan zijn. -
12 Augustus 2011 - 12:50
Nelly Helder:
Oòk ik heb genoten van jullie verhalen.
Onze dochter heb in Tamala ook vrijwilligerswerk gedaan.
Veel dingen komen dan ook bekend voor.
Hoop dat jullie een goeie reis naar huis hebben.
Groetjes van Nelly Helder
L
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley